Herdenking Oktoberrazzia 1944 - 2024

Gepubliceerd op 24 oktober 2024 om 14:27

Stichting Hilversum in de Oorlog herdacht de Oktoberrazzia 80 jaar later


Op 23 oktober 2024 werd de 80e herdenking van de Oktoberrazzia gehouden, een aangrijpend moment waarin we stilstonden bij de dramatische gebeurtenis in oktober 1944. Tachtig jaar geleden werden ruim 3800 mannen uit Hilversum opgepakt en afgevoerd.

De plechtigheid begon met een toespraak van Robin Gouwswaard, voorzitter van Stichting Hilversum in de Oorlog, die de historische en emotionele betekenis van deze dag benadrukte. Daarna volgden toespraken van burgemeesters Heiner Pahlmann en Rüdiger Meier van respectievelijk Bramsche en Kirchlengern, die met hun woorden een bijzondere verbinding legden tussen heden en verleden.

Merle Lammers, historisch onderzoeker en secretaris bij Stichting Hilversum in de Oorlog, vertelde vervolgens over enkele slachtoffers van de Oktoberrazzia en de onuitwisbare sporen die de razzia heeft nagelaten. Nabestaande Els Kiewik-Peters deelde een persoonlijk verhaal over haar grootvader, Bernard Peters, die tijdens de razzia werd weggevoerd. Tot slot droeg Merle Lammers het aangrijpende gedicht "Herdenking" van Wim de Vries voor.

Muzikale intermezzo’s door het Hilversums Muziekgezelschap Excelsior onder leiding van Pierre Koning omlijstten de ceremonie. Het indrukwekkende trompetsignaal "Taptoe", gespeeld door Jurjen Koetze, markeerde het begin van de slotceremonie. De herdenking eindigde met een minuut stilte en het leggen van bloemen bij het monument op het Hilversum Sportpark, gevolgd door het Wilhelmus.

De toespraken van de sprekers, waaronder die van de Duitse burgemeesters in zowel het Duits als Nederlands, zijn te lezen op de website van Stichting Hilversum in de Oorlog.

Foto impressie

Hieronder staan enkele foto's van de herdenking. Deze foto's zijn gemaakt door Eduard Metz van Oog op Hilversum.

Toespraken

Onderstaand zijn de toespraken van Robin Gouwswaard, Heiner Pahlmann (burgemeester van Bramsche), Rüdiger Meier (burgemeester van Kirchlengern), Merle Lammers en Els Kiewik-Peters te lezen. De toespraken van de twee Duitse burgemeesters zijn beschikbaar in zowel de originele Duitse taal als in de Nederlandse vertaling. Deze toespraken zijn in het Duits gehouden.

Inleiding door Robin Gouwswaard

Namens de Stichting Hilversum in de Oorlog heet ik u allen van harte welkom. Dank dat u in zulke groten getale aanwezig bent.
Vanavond herdenken wij dat 80 jaar geleden op 23 oktober 1944, de grote Hilversumse Oktoberrazzia plaatsvond.

Mijn naam is Robin Gouwswaard.
Wij staan vanavond stil bij de 3.800 Hilversummers die op die 23e oktober door de Nazi bezetter weggevoerd zijn naar Kamp Amersfoort. Velen van hen werden op transport gesteld naar Duitsland.

Op 23 oktober 1944 werd heel Hilversum gewekt door luide sirenes en schreeuwende Duitsers. Er vond een razzia plaats in Hilversum. Alle mannen in de leeftijd tussen de 17 en 50 jaar moesten zich onmiddellijk melden bij het Sportpark Hilversum. Uren van onrust en onzekerheid gingen er voorbij, iedereen werd stuk voor stuk medisch gekeurd.
Een zee van mannen werd verdeeld in twee groepen, met en zonder Bescheinigung. Alle mannen die geen Bescheinigung hadden gekregen moesten lopend of met de fiets naar Kamp Amersfoort.

Van hieruit werden ze verdeeld over verschillende plaatsen in Nederland en Duitsland om dwangarbeid te verrichten.
Die arbeid bestond voornamelijk uit spit- en graafwerkzaamheden. De Hilversummers die naar Duitsland gingen werden onder valse voorwendselen op de trein gezet naar ‘’Zwolle’’.

Toen ze uren later aankwamen bleek dat er geen Zwolle op het plaatsnamenbord stond maar Osnabrück in Duitsland. Via Osnabrück werden de mannen naar Bramsche vervoerd, waar ze werden ondergebracht in een groot barakkenkamp aan de Lutterdamm.

Vanuit Bramsche moesten ze dagelijks zware arbeid verrichten in een steengroeve, de Piesberggroeve. De condities waren over het algemeen zeer slecht: om 5 uur opstaan, dagelijks 7km heen en teruglopen naar het station van Bramsche en tot laat doorwerken. Ze hadden vrijwel geen bedden maar sliepen op stro in een oude barak. Ook het eten was waardeloos, ze kregen alle dagen waterige soep en als ze geluk hadden zat er een stukje aardappel in.

Vanuit Bramsche werden er vlak voor Kerstmis van 1944 tussen de 60 en 80 Hilversummers naar Kirchlengern overgeplaatst.
Het was een barre tocht, de mannen moesten circa 60 kilometer lopend naar hun volgende bestemming, een verlaten school in Kirchlengern, hier werden ze ondergebracht in een klaslokaal. Deze mannen moesten elke dag werken aan de gummispoorlijn, die het Roergebied met Berlijn verbond, wederom onder slechte en gevaarlijke omstandigheden.

Zeker 80 Hilversummers komen te overlijden in deze Duitse plaatsen. Helaas is het exacte dodenaantal nooit bijgehouden in Hilversum. De lijsten met overledenen werden wel bijgehouden in de werkkampen zelf maar deze werden vaak vernietigd door de ineenstorting van Nazi-Duitsland of zijn later nooit meer teruggevonden. Vrijwel alle mannen kwamen lichamelijk of psychisch getraumatiseerd terug. Pas 50 jaar later was er begrip voor hun situatie en kregen ze eerherstel.

In 1997 werd dit monument geplaatst ter nagedachtenis aan deze zwarte bladzijde in de Hilversumse geschiedenis.
Twee sprekers op deze avond zijn burgemeester Heiner Phalmann van de gemeente Bramsche, en burgemeester Rüdiger Meier van de gemeente Kirchlengern. Zij houden hun toespraak in het Duits. Na afloop van deze herdenking zullen hun toespraken in het Duits en vertaald naar het Nederlands te lezen zijn op onze website.

Toespraak van de burgemeester van Bramsche, Heiner Pahlmann

Vrije vertaling van de toespraak in het Nederlands

Geachte dames en heren, beste gasten,

Het is voor mij een grote eer en tegelijkertijd een diepe noodzaak om vandaag tijdens deze belangrijke herdenkingsbijeenkomst tot u te mogen spreken.

Hartelijk dank voor de uitnodiging!

Ik ben vandaag niet alleen hier.

Ik word vergezeld door mijn vriend Dieter Przygode.

Als geschiedkundige houdt hij zich bezig met regionale geschiedschrijving over Bramsche, voornamelijk in de periode van het nationaalsocialisme en de Tweede Wereldoorlog, evenals over het lot van de Joden in Bramsche.

We zijn hier samengekomen om de gebeurtenissen van 23 oktober 1944 te herdenken – de razzia in Hilversum, die op tragische wijze het leven van talloze mensen heeft veranderd.

Het was een dag waarop het leed en de wreedheid van de Tweede Wereldoorlog op een bijzondere manier zichtbaar werd, toen duizenden mannen uit Hilversum werden opgepakt en naar Duitsland gedeporteerd om daar onder onmenselijke omstandigheden dwangarbeid te verrichten.

Ook naar onze, naar mijn geboortestad Bramsche, werden veel van deze mannen gebracht.

Zij werden gedwongen om te werken aan de noordelijke omleiding voor het spoorwegknooppunt Osnabrück – werk dat hen zowel fysiek als mentaal tot het uiterste dreef en daarbuiten.

Onder hen waren niet alleen arbeidsgeschikte mannen, maar ook leden van het orkest van Radio Hilversum, die uit een wereld van kunst en cultuur werden weggerukt om onder de meest brute omstandigheden te zwoegen.

De verslagen, die zijn vastgelegd in de boeken "Aufstehen, Kaffee holen" en "Die Hölle von Bramsche", tonen op indringende wijze het leed, de ellende en de pesterijen die de dwangarbeiders moesten doorstaan.

De misdaden die hier zijn begaan, mogen we nooit vergeten.

Ze vormen het donkerste hoofdstuk van onze geschiedenis, dat ons niet alleen vervult met verdriet en schaamte, maar ons ook de verantwoordelijkheid oplegt om er alles aan te doen zodat dergelijke gruweldaden nooit meer plaatsvinden.

De herinnering aan het lijden van de dwangarbeiders en de misdaden van de nazi’s moet levend blijven – niet alleen in onze generatie, maar ook in de komende.

Want het verwerken van deze gebeurtenissen is niet voltooid, zolang er mensen zijn die hiervan kunnen en moeten leren.

Het vervult mij met groot verdriet en diep medeleven wanneer ik denk aan de slachtoffers van deze tijd.

Deze mannen werden van hun families weggerukt, uit hun vaderland gehaald en naar een vreemd land gebracht om daar onder mensonwaardige omstandigheden dwangarbeid te verrichten.

Velen van hen hebben het niet overleefd, en degenen die wel terugkeerden, kwamen zwaar getekend aan lichaam en geest terug.

Aan hen en hun families betuig ik mijn oprechte medeleven.

Maar in al dit leed waren er ook mensen die zich tegen het onrecht verzetten.

De verslagen van moedige burgers die, ondanks het gevaar, hun leven riskeerden om de dwangarbeiders te helpen, geven ons hoop.

Zij herinneren ons eraan dat er zelfs in de donkerste uren altijd weer tekenen van menselijkheid en solidariteit zijn.

Het is onze plicht om deze moed en menselijkheid te eren en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat de gruweldaden uit het verleden nooit worden vergeten.

We moeten ons steeds opnieuw bewust zijn dat onze vrijheid, onze vrede en onze democratische waarden niet vanzelfsprekend zijn.

Ze zijn het resultaat van zware gevechten en pijnlijke lessen uit de geschiedenis.

Als burgemeester van de stad Bramsche sta ik hier vandaag ook met het besef dat onze stad deel uitmaakt van deze geschiedenis.

We dragen de verantwoordelijkheid om deze geschiedenis onder ogen te zien, haar te verwerken en ervoor te zorgen dat de herinnering aan het lijden van de dwangarbeiders en de misdaden van het nationaalsocialisme nooit vervaagt.

Ik dank u allen dat u vandaag hier bent om samen met ons te herdenken.

Laten we er samen voor zorgen dat deze herinnering levend blijft en dat we ons steeds opnieuw herinneren hoe belangrijk menselijkheid, mededogen en de inzet voor gerechtigheid zijn.

Hartelijk dank!

 

Originele Duitse tekst

Sehr geehrte Damen und Herren,
liebe Gäste,

es ist mir eine große Ehre und ein ebenso tiefes Bedürfnis, heute bei dieser wichtigen Gedenkveranstaltung zu Ihnen sprechen zu dürfen.

Vielen Dank für die Einladung!

Ich bin heute nicht alleine hier.

Ich werde von meinem Freund Dieter Przygode begleitet.

Als Geschichtsforscher beschäftigt er sich mit heimatgeschichtlichen Abhandlungen zur Geschichte Bramsches, vorwiegend im Nationalsozialismus und im Zweiten Weltkrieg sowie zum Schicksal der Bramscher Juden.

Wir haben uns hier versammelt, um an die Ereignisse des 23. Oktober 1944 zu erinnern – an die Razzia in Hilversum, die das Leben unzähliger Menschen auf tragische Weise verändert hat.

Es war ein Tag, der das Leid und die Grausamkeit des Zweiten Weltkriegs besonders sichtbar machte, als mehrere tausend Männer aus Hilversum verschleppt und nach Deutschland deportiert wurden, um dort unter unmenschlichen Bedingungen Zwangsarbeit zu verrichten.

Auch in unsere, in meine Heimatstadt Bramsche wurden viele dieser Männer gebracht.

Sie wurden gezwungen, an der Nordumgehung für den Eisenbahnknotenpunkt Osnabrück zu arbeiten – eine Arbeit, die sie körperlich und seelisch an die Grenzen und darüber hinaus brachte.

Unter ihnen waren nicht nur arbeitsfähige Männer, sondern auch Mitglieder des Orchesters von Radio Hilversum, die aus einer Welt der Kunst und Kultur gerissen wurden, um unter den brutalsten Bedingungen zu schuften.

 Die Berichte, die auch in den Büchern "Aufstehen, Kaffee holen" und "Die Hölle von Bramsche" festgehalten wurden, zeigen eindringlich das Elend, die Not und die Schikanen, die die Zwangsarbeiter erleiden mussten.

Die Verbrechen, die hier begangen wurden, dürfen wir niemals vergessen.

Sie sind das dunkleste Kapitel unserer Geschichte, das uns nicht nur mit Trauer und Scham erfüllt, sondern auch mit der Verantwortung, alles zu tun, damit sich solche Gräueltaten niemals wiederholen.

Die Erinnerung an das Leiden der Zwangsarbeiter und die Verbrechen der Nationalsozialisten muss lebendig bleiben – nicht nur in unserer Generation, sondern auch in den kommenden.

Denn die Aufarbeitung dieser Geschehnisse ist nicht abgeschlossen, solange es Menschen gibt, die daraus lernen können und müssen.

Es erfüllt mich mit großer Trauer und tiefem Mitgefühl, wenn ich an die Opfer dieser Zeit denke.

Diese Männer wurden ihren Familien entrissen, aus ihrer Heimat geholt und in ein fremdes Land verschleppt, um unter menschenunwürdigen Bedingungen Zwangsarbeit zu leisten.

Viele von ihnen haben das nicht überlebt, und diejenigen, die überlebten, kehrten schwer gezeichnet an Körper und Seele zurück.

Ihnen und ihren Familien gilt mein tief empfundenes Beileid.

Aber in all dem Leid gab es auch Menschen, die sich dem Unrecht widersetzt haben.

Die Berichte von mutigen Bürgerinnen und Bürgern, die trotz der Gefahr ihr Leben riskierten, um den Zwangsarbeitern zu helfen, geben uns Hoffnung.

 Sie erinnern uns daran, dass es in den dunkelsten Stunden auch immer wieder Zeichen von Menschlichkeit und Solidarität gibt.

Es ist unsere Pflicht, diesen Mut und diese Menschlichkeit in Ehren zu halten und gleichzeitig dafür zu sorgen, dass die Gräueltaten der Vergangenheit niemals vergessen werden.

Wir müssen uns immer wieder bewusst machen, dass unsere Freiheit, unser Frieden und unsere demokratischen Werte nicht selbstverständlich sind.

 Sie sind das Ergebnis harter Kämpfe und schmerzhafter Lehren aus der Geschichte.

Als Bürgermeister der Stadt Bramsche stehe ich hier heute auch mit dem Bewusstsein, dass unsere Stadt ein Teil dieser Geschichte ist.

Wir tragen die Verantwortung, uns dieser Geschichte zu stellen, sie aufzuarbeiten und sicherzustellen, dass die Erinnerung an das Leid der Zwangsarbeiter und die Verbrechen des Nationalsozialismus niemals verblasst.

Ich danke Ihnen allen, dass Sie heute hier sind, um gemeinsam mit uns zu gedenken.

 Lassen Sie uns gemeinsam dafür sorgen, dass diese Erinnerung lebendig bleibt und dass wir uns immer wieder daran erinnern, wie wichtig Menschlichkeit, Mitgefühl und der Einsatz für Gerechtigkeit sind.

Vielen Dank!

Toespraak van de burgemeester van Kirchlengern, Rüdiger Meier

Vrije vertaling van de toespraak in het Nederlands

„Geachte heer Gouwswaard, geachte dames en heren,

Allereerst wil ik, zowel persoonlijk als namens de raad en het bestuur van de gemeente Kirchlengern, u hartelijk bedanken voor de uitnodiging voor deze herdenkingsbijeenkomst. Ik ben hier gekomen om een bijdrage te leveren aan het begrip tussen volkeren en om de verbondenheid van de mensen uit Kirchlengern met de dwangarbeiders en hun families te getuigen. Ons contact is ontstaan door verschrikkelijke oorlogsmisdaden tegen mensen uit Hilversum. Vandaag, 80 jaar geleden, werden duizenden mannen door de nazi’s gearresteerd en gedeporteerd. 175 van hen werden tegen hun wil naar Kirchlengern gebracht om in Bielefeld te werken aan een spoorlijn die voor oorlogsdoeleinden nodig was. Hiervoor vraag ik hen en hun families om vergeving. Een van hen was Marinus van der Lee, de vader van mijn vriend Dick, die slechts drie maanden later, op 28 januari 1945, in Kirchlengern overleed. Welke ontberingen en kwellingen hij en zijn lotgenoten hebben doorstaan, kunnen we vandaag slechts vermoeden. Dat mensen uit Kirchlengern destijds de dwangarbeiders in het geheim hebben geholpen, kon helaas niet voorkomen dat 23 van hen omkwamen en werden begraven op de begraafplaats van Kirchlengern. Dat zij niet in de vergetelheid raakten, is te danken aan onze begraafplaatsbeheerder Willi Deppermann en het boek „Vreemden, Vrienden en Verlaten Graven“, dat ik u, meneer Goudswaard, zo meteen zal overhandigen.

Dit boek kwam tot stand in het kader van een schoolproject, waaraan ook de herinneringen van de toen nog levende voormalige dwangarbeiders Bert Welgemoed en Jan Koerselman hebben bijgedragen.

De verwerking van dit donkere hoofdstuk uit de geschiedenis van Kirchlengern, die gepaard ging met de totstandkoming van dit boek, heeft geleid tot de oprichting van een gedenkplaats op 15 november 2009 op de plaatselijke begraafplaats. Deze gedenkplaats, die is opgericht ter herinnering, waarschuwing en verzoening, eert de dwangarbeiders. Sindsdien wordt de gedenkplaats jaarlijks op Volkstrauertag in de officiële herdenkingsplechtigheid opgenomen. Regelmatig nemen familieleden van de familie Van der Lee uit Hilversum deel aan deze herdenkingsbijeenkomst. Zo konden, ondanks het verdriet uit het verleden, op de graven van toen vreemden, nu vrienden worden voor heden en toekomst. Daarvoor ben ik persoonlijk, en voor de mensen in Kirchlengern, zeer dankbaar.

Het is onze gezamenlijke taak om uit het verleden te leren voor het heden en de toekomst. Ik wil niet dat zulke verschrikkelijke misdaden zich herhalen. Mensen van vandaag moeten keer op keer geconfronteerd worden met de verschrikkelijke gevolgen van totalitaire en radicale heersystemen. Daarom heb ik me bijvoorbeeld aangesloten bij de wereldwijde beweging „Mayors for Peace – Burgemeesters voor Vrede“. Daarom heeft u de stichting „Hilversum in de Oorlog“ opgericht. En daarom moet de herinnering aan de doden van het nazitijdperk en de slachtoffers van oorlogen en terreur levendig worden gehouden als een waarschuwing, ook voor degenen die toen nog niet geboren waren. De slachtoffers mogen niet worden vergeten: „Want wie wordt vergeten, sterft een tweede keer.“

„Nooit meer oorlog!“ wordt vaak gezegd en geschreven. De werkelijkheid in de wereld en in Europa ziet er vandaag de dag helaas anders uit. Extremisme, fanatisme en despotisme eisen ook vandaag nog steeds slachtoffers. De daders zijn misdadigers tegen de menselijkheid en de vrede, die geen rekening houden met het leven of het eigendom van anderen. Wij hebben hier en nu slechts de kracht van herinnering, evenals de beelden en woorden van vandaag. Laten we die gebruiken en vandaag, en steeds weer, samen eisen: „Nooit meer is nu!“

Originele Duitse tekst

„Sehr geehrter Herr Gouwswaard, sehr geehrte Damen und Herren,

zunächst möchte ich mich persönlich sowie im Namen von Rat und Verwaltung der Gemeinde Kirchlengern ganz herzlich für die Einladung zu dieser Gedenkfeier bedanken. Ich bin gekommen, um einen Beitrag zur Völkerverständigung zu leisten und die Verbundenheit der Menschen aus Kirchlengern mit den Zwangsarbeitern und ihren Angehörigen zu bezeugen. Unser Kontakt ist wegen schrecklicher Kriegsverbrechen gegen Menschen aus Hilversum entstanden. Heute vor 80 Jahren wurden Tausende Männer von den Nazis verhaftet und deportiert. 175 von ihnen wurden gegen ihren Willen zur Zwangsarbeit nach Kirchlengern gebracht, um in Bielefeld eine für Kriegszwecke benötigte Eisenbahnstrecke zu bauen. Dafür bitte ich sie und ihre Angehörigen um Vergebung. Einer davon war Marinus van der Lee, der Vater meines Freundes Dick, der nur ein Vierteljahr später am 28. Januar 1945 in Kirchlengern verstarb. Welche Entbehrungen und Qualen er und seine Leidensgenossen erlitten haben, können wir heute nur ahnen. Dass Menschen aus Kirchlengern den Zwangsarbeitern damals heimlich geholfen haben, konnte leider nicht verhindern, dass 23 von Ihnen ums Leben kamen und auf dem Friedhof von Kirchlengern bestattet wurden. Dass sie nicht in Vergessenheit gerieten, ist unserem Friedhofsgärtner Willi Deppermann und dem Inhalt des Buchs „Fremde, Freunde und verlassene Gräber“ zu verdanken, das ich Ihnen, Herr Goudswaard gleich überreichen möchte.

Es entstand im Rahmen eines Schulprojekts, in das auch die Erinnerungen der damals noch lebenden ehemaligen Zwangsarbeiter Bert Welgemoed und Jan Koerselman einflossen.

Die mit dem Buch verbundene Aufarbeitung dieses dunklen Kapitels von Geschichte in Kirchlengern, hat dazu geführt, dass die Gemeinde Kirchlengern am 15. November 2009 auf dem örtlichen Friedhof eine Gedenkstätte für diese Zwangsarbeiter als Ort der Erinnerung, Mahnung  und Versöhnung eingeweiht hat. Seitdem wird die Gedenkstätte in jedem Jahr am Volkstrauertag in die offizielle Gedenkfeier integriert. Regelmäßig nehmen Angehörige der Familie van der Lee aus Hilversum an dieser Gedenkstunde teil. So konnten trotz des Schmerzes aus der Vergangenheit über den Gräbern für Gegenwart und Zukunft aus Fremden  Freunde werden. Dafür bin ich persönlich und für die Menschen in Kirchlengern sehr dankbar.

 

Unser aller Aufgabe ist es, aus der Vergangenheit für Gegenwart und Zukunft zu lernen. Ich möchte nicht, dass sich solch schreckliche Verbrechen wiederholen. Den heute lebenden Menschen müssen die schrecklichen Folgen totalitärer und radikaler  Herrschaftssysteme immer wieder vor Augen geführt werden. Deshalb habe ich mich zum Beispiel der weltweiten Bewegung „Mayors for Peace – Bürgermeister für den Frieden“ angeschlossen. Deshalb haben Sie die Stiftung „Hilversum in de Oorlog“ gegründet. Und deshalb muss die Erinnerung an die Toten der Nazi-Gewaltherrschaft sowie die Opfer von Kriegen und Terror auch für diejenigen als Mahnung wach gehalten werden, die damals noch gar nicht geboren waren. Die Opfer dürfen nicht in Vergessenheit geraten: „Denn wer vergessen wird, stirbt ein zweites Mal.“

 Nie wieder Krieg!“ wird oft gesagt und geschrieben. Die Wirklichkeit in der Welt und in Europa sieht heute leider anders aus. Extremismus, Fanatismus und Despotismus fordern auch heute wieder ihre Opfer. Die Verursacher sind Verbrecher gegen Menschlichkeit und Frieden, die keine Rücksicht auf das Leben sowie das Eigentum anderer Menschen nehmen. Wir haben hier und heute nur die Macht der Erinnerung sowie der aktuellen Bilder und Worte. Setzen wir sie ein und fordern heute und immer wieder gemeinsam: „Nie wieder ist jetzt!

Merle Lammers over enkele slachtoffers van de Oktoberrazzia

Vanavond wil ik vier persoonlijke verhalen delen en stilstaan bij de blijvende impact van deze zwarte dag in oktober.

Paul Hogendoorn, steenzager van beroep, woonde met zijn vrouw en twee zoons aan de Voltastraat. Met zijn 44 jaar viel hij in de leeftijdscategorie van mannen die zich op 23 oktober 1944 moesten melden op het Sportpark. Paul werd na een kort verblijf in Amersfoort in Kirchlengern tewerkgesteld. Op 17 januari 1945 deed hij in een brief aan zijn vrouw en kinderen kort verslag van de omstandigheden in Duitsland. Hij sloot zijn brief af met de woorden: “Nu vrouw maar weer tot ziens en verder de groeten van je man en aan de andere en tot blijden thuis komst. Nou dag hoor en ook aan de jongens, Groeten je man Paul.” Dit is waarschijnlijk de laatste keer geweest dat zijn vrouw en kinderen iets van hem hebben vernomen. Drie weken later, op 11 februari 1945, bezweek Paul door uitputting.

Ook Marinus van der Lee, geboren in 1906, moest dwangarbeid verrichten in Kirchlengern. Op 9 januari 1945 schreef hij aan zijn familie: “Hoe zijn jullie kerstdagen geweest. Het viel mij niet mee. Hopend op volgend jaar beter. Bommen ben ik het meest bang voor, maar ja de meeste vallen er naast.” Marinus van der Lee heeft nooit meer kerst kunnen vieren met zijn gezin. Hij overleed op 27 januari 1945.

De pijn en spanning rondom het lot van Marinus eisten uiteindelijk een tragische tol op het leven van zijn vrouw. Na een lange periode van ziekte en een noodlottig ongeluk overleed zij in 1955. Hun zoons, Dick en Rob, moesten in hun jeugd de zware last dragen van het verlies van beide ouders. Gelukkig werden zij liefdevol opgevangen door hun oma, die hen door deze moeilijke jaren heen loodste. Jaren later ontdekte Dick meer over het tragische lot van zijn vader. Sindsdien reist hij ieder jaar af naar Kirchlengern, waar hij zijn vader en de vele andere Hilversumse dwangarbeiders tijdens een plechtige herdenking eer bewijst.

Bert Welgemoed werd op 21-jarige leeftijd opgeroepen om zich te melden op het Hilversumse Sportpark. Ook hij kwam in Kichlengern terecht, waar hij niet alleen zwaar werk moest verrichten, maar ook zijn beste vriend verloor. Hoewel Bert zelf de ontberingen overleefde, keerde hij terug naar Hilversum. De ervaringen hadden diepe sporen achtergelaten die nooit meer zouden verdwijnen. Na de oorlog bouwde hij een gezin op, maar de schaduwen van Duitsland bleven hem achtervolgen. De ervaringen van Bert drukten ook een stempel op zijn gezin. Over de oorlog werd nooit gesproken, maar soms kon Bert zich behoorlijk opwinden. Hij werd dan ineens boos of emotioneel. ‘Dat komt door de oorlog’, werd er dan gezegd.

Pas vele jaren later vond Bert de moed om over de gebeurtenissen te spreken.

De 49-jarige Bernard Peters woonde net als Paul Hoogendoorn aan de Voltastraat. In tegenstelling tot Paul, Marinus en Bert, kwam Bernard, samen met ca 800 andere Hilversummers terecht in Bramsche. Hij moest zwaar werk verrichten in een steengroeve, de zogeheten Piesberggroeve ten noorden van Osnabrück. Amper twee maanden na aankomst in het grote barakkenkamp Lutterdamm te Bramsche, overleed hij daar als eerste Hilversummer, op 21 december in het Krankenrevier van dit kamp aan de gevolgen van door ontberingen ontstane bloedvergiftiging.

Zijn zoon Jan die drie maanden eerder was opgepakt en naar Braunschweig was afgevoerd voor dwangarbeid, kwam in de zomer van 1945 als een jongeman van 20 jaar, getekend door zijn ervaringen, naar huis. Hij kon er zijn leven lang niet over praten. De pijn zat te diep. Maar de sporen waren later wel herkenbaar voor zijn gezin.

Straks zal zijn kleindochter Els Kiewik-Peters een voordracht houden, opgedragen aan haar grootvader en al zijn lotgenoten.

De Oktoberrazzia van 80 jaar geleden liet diepe sporen na. Niet alleen werden 3.800 Hilversumse mannen abrupt uit hun gezinnen weggerukt, ook hun families werden getroffen door het immense verdriet en de onzekerheid. Sommige van de mannen keerden nooit terug, en zij die wel terugkwamen, droegen de littekens van hun ervaringen voor altijd met zich mee.

De overledenen konden het niet navertellen, maar de overlevenden eigenlijk ook niet. Het verleden was te pijnlijk. Nabestaanden hielden het wel uit hun hoofd om vragen te stellen.

Tijd om de trauma’s te verwerken was er niet. Nederland moest heropgebouwd worden. Schouders eronder, en weer aan het werk. Vooral niet zeuren.

Begrip vanuit de samenleving voor de ex-dwangarbeiders ontbrak grotendeels. Ze werden vaak geconfronteerd met de vraag waarom ze niet hadden ondergedoken. Het werd ze kwalijk genomen dat ze in Duitsland hadden gewerkt.

Pas in de tweede helft van de jaren ‘90 werd het stilzwijgen doorbroken. Op 29 mei 1996 werd in Overloon het monument voor ex-dwangarbeiders onthuld. Anderhalf jaar later werd het monument waar wij vanavond zijn samengekomen onthuld.

Els Kiewik-Peters over haar opa

Voor opa Bernard Peters, de grootvader die ik helaas nooit heb
mogen kennen

Voor al zijn 3800 Hilversumse lotgenoten die in het vangnet van de
Duitsers terechtkwamen op die rampzalige 23 Oktober 1944,
vandaag precies 80 jaar geleden

Voor al het onvoorstelbare leed, psychisch en fysiek, dat hen in die
laatste oorlogsmaanden tussen oktober 1944 en de Bevrijding in
april/ mei 1945 werd berokkend

Voor alle pijn en het verdriet dat een zwarte schaduw wierp over de
levens van ruim 80 Hilversumse gezinnen die hun echtgenoot, vader,
zoon, broer of oom nooit meer zagen thuiskomen,

Voor alle pijn en het verdriet dat door veel mannen in de zomer van
1945 mee naar huis werd genomen en waarvoor geen klankbord
bleek te zijn om samen met hen hun onbeschrijfelijke en diep
ingrijpende oorlogservaringen te kunnen delen en te kunnen
verwerken

Voor alle pijn en het verdriet over de lichamelijke aandoeningen en
ziektes, opgelopen in de Nederlandse en Duitse werkkampen en die
niet altijd als zodanig werden herkend, waaronder veel Hilversumse
mannen de rest van hun leven gebukt gingen

Voor alle pijn en het verdriet binnen talloze Hilversumse gezinnen
die gebukt gingen onder de gevolgen van het leven met een ernstig
beschadigde, getraumatiseerde vader.

Voor al deze mannen die nu niet meer onder ons zijn en van dit alles
niet meer kunnen getuigen

Voor onze kinderen en kleinkinderen, die dit Monument zien staan
en zullen beseffen dat deze oorlog, deze gebeurtenissen ook
onderdeel uitmaken van hun geschiedenis

Voor iedereen voor wie dit Monument als waarschuwing dient; een
waarschuwing voor ver ontmenselijking die ontstaat in oorlogen

Voor dit alles staat dit Hilversumse Monument dat in 1997 werd
onthuld

Voor dit alles staan wij vandaag heel even stil

Voor dit alles herdenken wij vandaag, met respect en vanuit liefde,
onze vaders en grootvaders

Met respect voor ons verleden en ons heden dat we aan hen te
danken hebben…

Els Kiewik-Peters

Woensdag 23 oktober 2024

Gedicht ''Herdenken'' van Wim de Vries, door Merle Lammers

Uit de bundel : ‘Terug naar Kassel’,  Wim de Vries

HERDENKING

Vandaag zullen we weer koolsoep eten
Weer luizen vangen in een smerig hemd
Vandaag zullen we weer schweinhund heten
Vandaag wordt alles weer opnieuw herkend.

Vandaag horen we weer sirene’s loeien
En weer opnieuw het huilen van de dood
Vandaag zal af en toe de angst weer groeien
Vanavond staat de Hemel weer op rood.

Vandaag staan wij stil bij onze vele vrienden
Die deze hel niet hebben overleefd
Vragen ons af waarvoor dit alles diende
Het is daarna nooit vrede meer geweest

Vandaag moesten wij deze bloemen geven
Vandaag wordt alles weer verleden tijd
Misschien is dood een ander woord voor leven
Zijn jullie eerder nog dan wij bevrijd

Straks gaan wij weer terug naar heden
En hoe men het wendt of keert of plooit
Wij zullen veel moeten vergeven
Vergeten echter doen we nooit …

Een versie van de laatste strofe staat op de stenen plaat aan de voet van het monument Dwangarbeid 1940-1945 in Overloon:

‘Straks gaan wij weer terug naar heden
En hoe men het wendt of keert of plooit
Wij zullen veel moeten vergeven, Vergeten echter doen we nooit …’


Dankwoord door Robin Gouwswaard

Namens Stichting Hilversum in de Oorlog wil ik een aantal mensen bedanken.

Ten eerste wil ik de twee Duitse burgemeesters, Burgemeester Rüdiger Meier van de gemeente Kirchlengern en Burgemeester Heiner Phalmann van de gemeente Bramsche van harte bedanken dat zij de moeite hebben genomen om naar Hilversum af te reizen om stil te staan bij onze gedeelde geschiedenis.

‘’Herr Bürgermeister Meier und herr Bürgermeister Pahlmann, vielen Dank für Ihre Anwesenheit bei dieser Gedenken und ich möchte mich auch bei den Gemeinden Bramsche und Kirchlengern dafür bedanken, dass sie alles getan haben, um die Opfer dieser schwierigen Zeit zu ehren.‘‘

Deze twee gemeentes, Bramsche en Kirchlengern, hebben zich altijd nauw betrokken gevoeld bij de dwangarbeiders die destijds in hun steden tewerk werden gesteld. Ter nagedachtenis aan hen lieten beide gemeentes gedenktekens en monumenten plaatsen en regelmatig wordt daarbij herdacht.

Ook wil ik op deze plek Els Kiewik-Peters en Merle Lammers bedanken voor hun inzet en medewerking bij de totstandkoming van deze herdenking.  Zonder deze twee vrouwen had ik deze herdenking niet kunnen bewerkstelligen.

Meindert Tepper wil ik ook noemen voor het uitlenen van zijn geluidsinstallatie; dankzij hem kunnen wij ons hoorbaar maken op deze avond.

Ik dank nabestaande Dick van der Lee voor het regelen van de ontvangst en overnachting van burgemeester Meier uit Kirchlengern.

Ik dank ook het Hilversums Muziekgezelschap ‘Excelsior’ met hun dirigent Pierre Konings voor de muzikale ondersteuning die deze herdenking een eerbiedige en passende sfeer heeft geboden.

Tot slot wil ik U allemaal bedanken voor uw aanwezigheid.
Uw aanwezigheid toont immers aan hoe belangrijk het is deze gebeurtenis, nu 80 jaar geleden, te blijven herdenken.

Nieuwsberichten met betrekking tot de Oktoberrazzia herdenking van 2024

NH Nieuws 13 Oktober 2024 - Oorlogsverzamelaar Robin (23) blaast herdenking Hilversumse Oktoberrazzia nieuw leven in

NPO Radio 1 EenVandaag 14 Oktober 2024 - Interview met Robin Gouwswaard en Merle Lammers over de herdenking van de Oktoberrazzia (radiofragment vanaf 0:25:15)

Hilversums Nieuws 16 Oktober 2024 - Oktoberrazzia van 1944: ‘’Misschien wel de zwartste bladzijde in geschiedenis van heel Hilversum’

NH Radio 17 Oktober 2024 - Goeiemorgen! Bakkie met Bart: Robin Gouwswaard over zijn verzameling en de Oktoberrazzia (radiofragment vanaf 21:17)

Hilversums Nieuws 17 Oktober 2024 - Herdenking Oktoberrazzia

NH Gooi Zaterdag 19 Oktober 2024 - Herdenking Oktoberrazzia Hilversum

NH Nieuws 20 Oktober 2024 - Vader en opa van Els waren slachtoffer van Duitse dwangarbeid, 80 jaar later herdenkt Hilversum

De Gooi- en Eemlander 21 Oktober 2024 - Herdenking Oktoberrazzia. Tachtig jaar geleden werden duizenden Hilversumse mannen weggevoerd

Traces of War 21 Oktober 2024 - Naoorlogse zwijgen drukte stempel op ex-dwangarbeiders en hun families

De Gooi- en Eemlander 24 Oktober 2024 - Oktoberrazzia herdacht in Hilversum 'Ze moesten op een onmenselijke manier dwangarbeid verrichten'

Hilversums Nieuws 24 Oktober 2024 - Hilversum herdenkt Oktoberrazzia: ‘Dag die het lijden en wreedheid van de Tweede Wereldoorlog bijzonder zichtbaar maakte’

NH Nieuws 24 Oktober 2024 - Duitse burgemeesters herdenken met Hilversummers de slachtoffers van de oktoberrazzia

Albertus Perk 24 Oktober 2024 - Herdenking Oktoberrazzia


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.